Nederland heeft geen bergen. De 'Dutch Mountains' zijn dijken rond laaggelegen polders. Toch liggen er stuwwallen halverwege het land, strekt zich langs de kust een duinenrij uit en bezit het zuiden van Limburg een heus heuvellandschap. Voor de fietser zijn er dus hellingen te beklimmen, maar stellen ze iets voor? Waar liggen ze? Hoe steil zijn ze, hoe lang en waarom wil je er overheen fietsen? Bekende (ex)coureurs vertellen wat zij onder een klim en klimmen verstaan, wat hun favoriete helling is en welke top in Nederland hen het meeste aanspreekt.
De auteurs verkenden op de fiets alle heuvels en hobbels die ze in Nederland konden vinden, van Het Kopje van Bloemendaal via de Van Brienenoordbrug tot de Keutenberg in Limburg. Op basis van deze jarenlange inspanning stelden zij een persoonlijke Toppen Top 40 samen, waarin niet alleen gelet werd op hoogte en stijging - want dan zouden nagenoeg alle Toppen in Limburg liggen - maar ook op historische en esthetische waarden. Ook al toont dit fraai vormgegeven boek als een naslagwerk, het is toch echt de bedoeling dat lezers de beschreven heuvels ook zelf op de fiets bedwingen: daarom bevat ieder Top-hoofdstuk een topografisch kaartje en de mogelijkheid om eigen datum, tijd en verzet in te vullen.