Hermitages, middeleeuwse bergdorpjes en kastelen, archeologische vindplaatsen, kerken en abdijen: in elke hoek van Abruzzo zijn sporen van een rijk cultureel verleden te vinden. De regio staat bovendien bekend als de groenste van Europa: er zijn maar liefst drie grote nationale parken met adembenemende uitzichten en fabelachtig natuurschoon. In het westen vind je er besneeuwde bergtoppen, hoogvlakten en bosrijke bergkloven, waar beren, wolven en klipgeiten leven. In de winter kun je daar skiën, in de zomer wandelen en paardrijden. Ten oosten van de bergen glooien heuvels met graan- en wijnvelden en olijfgaarden. Langs de blauwe Adriatische zee zien we ruime witte stranden, maar ook intieme baaien met houten visinstallaties in de zee, de ‘trabocchi’. Al duizenden jaren geven de bewoners van de regio hun kennis van het land met hun ambachten en folklore door. Beroemd zijn wijnen als de Montepulciano d’Abruzzo en de Trebbiano. Plinius de Oudere roemde al de olijfolie uit deze streek. En de eeuwenoude traditie van het schapenhoeden levert nog steeds heerlijke pecorino, ricotta en worsten op. De mensen zijn er gastvrij, respectvol en ongelooflijk trots op hun land. En terecht.
Eigenlijk is het onbegrijpelijk waarom Abruzzo nog steeds zo onbekend is. Tijd dus voor een gids die geheel en al aan deze regio is gewijd.
Over de auteur
Ingrid Paardekooper studeerde klassieke talen en werkte vele jaren op een zelfstandig gymnasium als docent en als conrector. In zomervakanties toerde ze door vrijwel alle regio’s van Italië, totdat ze in Abruzzo terecht kwam. Daar verloor ze haar hart aan de rijkdom van de regio: de natuur, de geschiedenis, de cultuur, de tradities, de keuken en vooral de gastvrije mensen.