Spanje is vooral groot, schreef Rik Zaal in zijn bejubelde en succesvolle dikke reisgids 'Spanje' (2002). Twintig jaar later doet de auteur zijn favoriete land dunnetjes over in een gids die zich concentreert op het binnenland. In tweeëntwintig langzame etappes voert hij ons door de kern van Spanje met zijn weidsheid, zijn gebergten waar de reiziger na elke bocht een ander uitzicht wacht. Daar is het nog altijd leeg op de wereld, daar is een tegenligger een belevenis. Onderweg passeren we mooie kerken, kastelen en stadjes en dorpen met goede restaurants. Deze gids staat grotendeels met de rug naar de kust en de overbevolkte stranden en steden waar het toerisme akelig floreert.