Kleine reisgids in A5 formaat. Vrij dun, maar wel volgestopt met nuttige informatie.
Lefkáda, ook wel Lefkas genoemd, is in grootte het vierde Ionische eiland. Hoewel je een vraagteken kunt zetten achter de benaming `eiland', want Lefkáda is met een dam verbonden met het vasteland. Zo'n driekwart deel van Lefkáda is bedekt met bergen, waarvan de hoogste toppen net boven de duizend meter reiken, met de Elati (1158 m) als winnaar.
Het eiland kent slechts twee grote laagvlaktes: in het noorden rond de hoofdstad Lefkáda en in het zuiden bij Vassilikí, waar de bergen een vruchtbare vallei omarmen. De westkust van Lefkáda is rotsig en steil: de kustweg loopt voor een groot deel enkele kilometers landinwaarts, hoog op de berghellingen. Af en toe leiden wegen naar doorgaans stille stranden. De oostkust daarentegen is vlak: hier ligt dan ook de drukste badplaats van het eiland: Nidrí. De zuidkust wordt getekend door diepe inhammen, waar in de oksels fraaie stranden liggen bij Mikrós Gialós, Sívota en Vassilikí; het laatste is overigens behoorlijk toeristisch ontwikkeld.
Behalve voor de stranden is Lefkáda ook een aantrekkelijke toeristische bestemming vanwege het bergachtige binnenland, waar het in voor- en najaar goed wandelen is over onverharde wegen. Met historische bezienswaardigheden is Lefkáda niet rijk bedeeld. Er zijn nauwelijks antieke opgravingen en ook de oogst aan vestingen en Byzantijnse kerken en kloosters is bescheiden. De aardbevingen die ook dit Ionische eiland hebben geteisterd zijn daar mede debet aan. Het – overigens moeilijk te definiëren - eilandkarakter is hier niet erg uitgesproken, wat gezien de verbinding met het vasteland niet zo verwonderlijk is. Wie echter onvervalste eilanden wil bezoeken heeft in Lefkáda een goede uitvalsbasis want er zijn regelmatige bootverbindingen met Meganíssi, Itháka en Kefaloniá.