Wat doe je als je vijftig wordt? Avonturier en schrijfster Marica van der Meer besluit vanaf haar buitenshuis gevierde verjaardagsfeest de verkeerde kant om naar huis te fietsen. De wereld is rond en als je maar lang genoeg de verkeerde kant op fietst, kom je ook weer thuis. Vanuit een wereld van overvloed gaat ze volledig terug naar de basis, door alles wat ze nodig heeft in vijf tassen aan haar fiets te hangen. In de haven van Antwerpen neemt ze een cargoschip naar Zuid-Amerika. Met zeventien dagen vertraging belandt het schip uiteindelijk in Montevideo in Uruguay. Op de fietst gaat ze richting de Boliviaanse hoogvlakte in het Andesgebergte, waar Chepe op haar pad komt, een fietser uit El Salvador. Ze fietsen een aantal weken samen op en dit zorgt voor hilarische cultuurverschillen. Volgens Chepe reizen sommige fietsers met een creditcard en andere met dromen. In Guyana zit het regenseizoen haar in de weg en de enige hoofdweg door het land is een ware blubberbende. Ze loopt tot haar enkels in de modder, maar ploetert vrolijk verder. Vanuit Paramaribo in Suriname gaat ze liften met zeilboten om het Caribisch gebied door te komen met haar fiets. Bijna ieder eiland is een ander land en het blijkt nog niet zo gemakkelijk om legaal van eiland naar eiland te reizen. Bovendien kennen zeilers geen tijd, waardoor haar geduld enorm op de proef wordt gesteld. In Cuba wordt ze geconfronteerd met de armoede die de handelsboycot van Amerika met zich meebrengt. Het voelt daarom ook niet zo goed om vervolgens door Amerika te gaan fietsen, maar het Amerikaanse volk is zo anders dan hun leider. Terwijl er maar geen einde komt aan de immense staat Texas, hoort ze voor het eerst iets over een virus in China. Hoe loopt dit af?