Hoe groet je je mooie buurvrouw op een gepaste manier in het Sranan? Wat betekent het als iemand je vriendje noemt? Hoe is de taal ontstaan? Hoe spreek je het uit en welke zijn de basisregels van de grammatica?
Geen vragen meer om je zorgen over te maken. Met deze taalgids, compleet met miniwoordenboek Surinaams-Nederlands/ Nederlands-Surinaams, kun je je hier en ginder voortaan uitstekend redden.
In het inleidende gedeelte is het Sranantongo in historisch perspectief geplaatst, zodat men meer kan leren over het ontstaan van deze prachtige taal. Er wordt tevens de nodige aandacht besteed aan de uitspraak en de grammatica om er zeker van te zijn dat het Sranan goed wordt geleerd.
In de loop der jaren is de taalgids vernieuwd, verbeterd en verrijkt met talrijke woorden en voorbeeldzinnen uit het leven van alledag. Ook politiek en economie hebben een plek veroverd in het boek. Tevens zijn odo's en idiomen en zelfs wat Sranan oefeningen opgenomen.
Over de auteur(s):
Michaël Ietswaart (1964) is notarieel jurist die liever met zijn voeten in de rivier zit dan onder zijn bureau.
Freelance journalist Vinije Haabo (1971) is een afstammeling van de marrons die vaker achter zijn schrijftafel zit dan in zijn korjaal.