Een jonge Amerikaan reist naar het platteland van Oost-Europa. Daar gaat hij op zoek naar de vrouw die, zo is hem verteld, zijn grootvader uit de handen van de nazi's heeft gered. Vergezeld door de onvergetelijke Alex, zijn jonge Oekraïense tolk die behept is met een komisch spraakverwarrend accent, maakt Jonathan een donquichotachtige zoektocht door een verwoest landschap, terug naar een onverwacht verleden.
Jonathan Safran Foer (1977) studeerde filosofie aan Princeton University. Zijn debuutroman Alles is verlicht verscheen in 2002, gevolgd door Extreem luid en ongelofelijk dichtbij in 2005. Beide boeken zijn internationale bestsellers.